Maidenspeech Roelof van Laar: meer aandacht voor vrouwen & meisjes in ontwikkelingslanden
De Partij van de Arbeid wil extreme armoede in 2030 de wereld uit hebben. Daar hebben we alle mogelijke manieren van armoedebestrijding bij nodig. De afgelopen decennia leren ons dat landen die goed worden bestuurd zich aan armoede kunnen ontworstelen. De private sector is daar de motor van ontwikkeling. Alleen door werk te scheppen kunnen mensen armoede achter zich laten. Daarom wil de PvdA, meer dan voorheen, investeren in de ontwikkeling van de private sector in ontwikkelingslanden. Het is een nieuwe manier om de armoede te bestrijden. Daarbij pleit de PvdA voor meer aandacht voor vrouwen en meisjes bij ontwikkelingssamenwerking, omdat zij onmisbaar zijn voor ontwikkeling.
Inzetten op private sector ontwikkeling betekent niet dat ontwikkelingssamenwerking daarmee onmiddellijk overbodig is. De strijd tegen HIV, moedersterfte, kindersterfte en bijvoorbeeld de knikkebolziekte kunnen niet alle landen al zelf voeren. Wij willen dat groei inclusief is, dus dat vrouwen, kinderen en mensen met een beperking óók profiteren van ontwikkeling. Ontwikkelingssamenwerking blijft dus een noodzaak.
Wij besteden daarbij bijzondere aandacht aan vrouwen en meisjes. Het wordt keer op keer bevestigd, van de ceo van Coca-Cola tot de Wereldbank: vrouwen zijn de ware motor achter ontwikkeling. Vrouwen ondernemen beter en investeren meer in hun kinderen. Bij de Arabische Lente speelden vrouwen een prominente rol bij de omverwerping van regimes, maar na afloop spelen ze politiek vaak geen rol.
Als wij effectief willen zijn met onze ontwikkelingssamenwerking, kunnen we vrouwen dus niet negeren, maar moeten we juist gebruik maken van hun kracht. Wij zien echter nog te vaak beleidsstukken voorbij komen waarin te weinig aandacht wordt besteed aan vrouwen en meisjes. Wij vragen de minister daarom om in elk beleidsstuk aan te geven hoe de maatregelen positief uitpakken voor vrouwen en meisjes.
Er is ook nog werk te verzetten om er voor te zorgen dat ons handelsbeleid niet onze hulp ondermijnt, maar juist versterkt. In mijnen over de hele wereld dalen kinderen, al dan niet onder dwang, met gevaar voor eigen leven stoffige mijnen af om daar grondstoffen als diamanten en goud op te halen. Dergelijke conflictgrondstoffen, zoals coltan dat in mobieltjes wordt gebruikt, worden door strijdende partijen gebruikt om hun gewapende strijd te financieren en dragen daardoor bij aan instabiliteit in de landen waar de grondstoffen gevonden worden. De handel in deze conflictgrondstoffen moet aan banden worden gelegd. We willen daarom dat in Europees verband bedrijven wordt verplicht zichtbaar te maken of zij mogelijk conflictgrondstoffen gebruiken. Ook roepen we de regering op om in te zetten op grotere financiële transparantie op de opbrengsten uit grondstoffen.
In mijn maidenspeech ga ik verder in op de speerpunten van ons ontwikkelingsbeleid.
Roelof van Laar